Wat moeten we met de plannen van het nieuwe kabinet-Rutte IV?

Amsterdam, 6 januari 2022. 

Beste vrienden,

Als resultaat van de langste coalitieonderhandelingen in de Nederlandse politieke geschiedenis is er een nieuwe regering gevormd onder het premierschap van Mark Rutte. Hierbij merken we op dat het nieuwe kabinet dat bestaat uit de partijen (VVD, D66, CDA en ChristenUnie) achter gesloten deuren politieke spelletjes heeft gespeeld om te voorkomen dat de twee linkse partijen (PvdA en GroenLinks) samen in het kabinet zouden kunnen toetreden.

Hoewel de tekst van het nieuwe regeerakkoord enkele positieve elementen bevat, ligt die ver af van een oplossing voor de belangrijkste problemen waar Nederland voor staat. Die bestaan namelijk uit het beëindigen van de openlijke en verkapte armoede, de inkomensongelijkheid en het versterken het maatschappelijk middenveld.

Maar laten we het eerst hebben over enkele positieve ontwikkelingen. Allereerst juichen we het toe dat 14 van de 28 leden van het nieuwe kabinet vrouw zijn. Dat twee van de vrouwen van Turkse afkomst zijn, is een ontwikkeling die toegejuicht moet worden. Daaraan kunnen we nog toevoegen dat er een minister van Surinaamse afkomst in het kabinet is benoemd. Waarom is dit belangrijk? Wij hebben er als organisatie immers altijd voor gepleit dat Nederlanders met een migratieafkomst op representatieve posities in de samenleving terecht zouden moeten komen. Dit is vooral van belang om rolmodellen voor de jongere generaties te creëren om op die manier het integratieproces in een positieve richting te kunnen laten ontwikkelen.

Het regeerakkoord voorziet in verbeteringen op de terreinen leefbaar milieu, klimaat, onderwijs, studiebeurzen voor studenten, minimumloon, kinderdagverblijven en de nieuwbouw van woningen. Op papier ziet het er allemaal goed uit, maar het spreekt voor zich dat we voorzichtig moeten zijn, aangezien beloften die in eerdere kabinetten van Rutte zijn beloofd, niet zijn nagekomen.

Bovendien treffen we in het regeerakkoord geen enkel nieuw element aan dat laat zien dat politiek en bestuur, die te ver af staan van de samenleving, zodanig kunnen veranderen door burgers meer te betrekken bij de besluitvorming.

We moeten helaas ook vermelden dat in het regeerakkoord de inburgeringsplicht voor Turken zeer teleurstellend is. Zoals bekend is door de inzet van onze organisatie, de stappen die tijdens de vorige kabinetten in deze richting zijn gezet, door de rechterlijke macht geschrapt. Het nieuwe kabinet wil nu de inburgeringplicht versterken door via een slimmigheid de wet te kunnen omzeilen. Maar

vergeet niet dat HTİB niet zal aarzelen om samen met andere relevante organisaties nogmaals een beroep te doen op de rechterlijke macht, door ervoor te zorgen dat deze oneerlijke juridische houding wordt voorkomen. Enerzijds is de inburgeringsplicht namelijk in strijd met de associatieovereenkomst tussen de Europese Unie en Turkije en anderzijds blijft de rechterlijke uitspraak gewoon overeind staan.

Waar we ons bovendien nader op willen focussen, is dat het regeerakkoord zegt dat er 0,1 procent, 0,5 procent of hoogstens 1,5 procent verbetering zal zijn van de economische situatie binnen bepaalde segmenten van de samenleving. Afgezien van de belachelijkheid van deze cijfers, vinden we het moeilijk om die te geloven vooral omdat de beloften in deze richting tijdens de vorige regeringen niet werden nagekomen en de koopkracht van de lagere inkomensgroepen alleen maar daalde. Er wordt beweerd dat in de huidige omstandigheden waarin de inflatie geleidelijk toeneemt, de pensioenen al tien jaar duidelijk achteruitgaan, de ziektekostenpremies steeds maar stijgen en dat iedereen van 500 tot 600 euro per jaar meer kwijt is aan stijgende energieprijzen. De vraag dringt zich dan ook op hoe het mogelijk is dat inkomens licht gaan stijgen, laat staan dat die stabiel blijven. We zien het wat dat betreft somber in.

Het lijkt erop dat het nieuwe Kabinet overweegt om de openstaande rekeningen die vanwege het coronavirus heeft laten oplopen, op de lage inkomens wil afschuiven. Echter durft de nieuwe regering dat niet openlijk te zeggen en gebruikt daarvoor omfloerste bewoordingen. Voor de politiek is het noodzakelijk zich naïef te gedragen door niet bij voorbaat in te zien dat de inkomensongelijkheid de onrust in de samenleving alleen maar zal vergroten en de kloof tussen de politieke instellingen en de bevolking zal verruimen. Als in de toekomst deze houding ten opzichte van de daling van inkomens niet wordt gecompenseerd en gecorrigeerd, zijn we bang dat we in een grote sociale onrust terecht zullen komen.

Tot slot willen we nog op een belangrijk punt te wijzen. In de huidige tijd is het ongepast om een regering achter gesloten deuren met alleen toegang voor bepaalde politici, te formeren. Regeringen waarin een groot deel van de samenleving, met name niet-gouvernementele organisaties, geen bijdrage aan kunnen leveren, hebben een kleine kans van slagen. We hopen dat het nieuwe kabinet de rekening die door het coronavirus hoog is opgelopen, op een gelijkwaardige en eerlijke manier verdeelt onder alle inkomensgroepen. We willen niet eens nadenken over wat er dan eventueel zou kunnen gebeuren. Het volk is door de maatregelen rond het coronavirus al in een gedemoraliseerde fase terechtgekomen, bijvoorbeeld het wegvallen van de middenstand en kleine bedrijven, het welzijn van de jeugd en de ouderen. Daarom waarschuwen we alvast!

We blijven strijdbaar.

De Turkse Arbeidersvereniging in Nederland (HTİB)

Download htibyeni hukumet.0cak.2022